Stuur ons je verhaal op, klik hier !!!!!!


Klik hier voor meer webcams !!

Romantische dagtrip - 5629 keer gelezen
Ik ben een keurige vrouw van 43 jaar. Al jarenlang ben ik met dezelfde man, met wie ik het goed heb. Hoewel we veel samen optrekken, is de spanning er wel wat af. Echt erg vind ik dat niet, daar ik vertrouwen en veiligheid een prettig aspect vind in een relatie.

Sinds een paar maanden echter, kwam datzelfde kriebelige gevoel in mijn onderbuik op, als toen ik voor het eerst verliefd was. Sinds kort werkte er een nieuwe mannelijke collega bij ons, die door zijn humor en filosofische inslag iets bij me los maakte. Hoewel hij een stuk jonger was dan ik en we elkaar nog niet zo heel lang kenden, merkte ik al snel dat hij veel aandacht aan me schonk.
Op de raarste momenten kwam hij met iets gewoons aanzetten, zoals thee of koffie en op de normaalste momenten met iets aparts. Zo bracht hij onverwacht een pluche knuffelhond op kantoor, omdat ik mijn eigen hond niet mee naar het werk mocht nemen.
Ons mail verkeer was niet doorsnee en zat vol humor en flauwe grappen.

Elke keer als ik hem zag of aan hem dacht, borrelde weer dat gevoel in me op. Tijdens vergaderingen of andere overlegvormen, vond ik dat hij me intens observeerde. Anders dan bij de andere vrouwelijke collega’s. Volgens mij een man die vrouwen versierde met zijn ondeugende, grijs-blauwe ogen.
Het ene moment baalde ik van mezelf en wilde ik niet toegeven aan iets wat misschien tot een verliefd gevoel kon leiden. Het andere moment vond ik het heerlijk om het gevoel te koesteren en aan over te geven. Zo betrapte ik mezelf tijdens een vergadering, dat ik hem langdurig dromerig zat aan te staren. Daarbij was het ook nog zo, dat naarmate de dagen verstreken, het vlindergevoel en de dromerigheid toenamen.

Ons bedrijf kende zowaar een leuke, en goede traditie. Eén keer per jaar ging het personeel een dag met elkaar weg. Zo ook dit jaar. Elke keer was het weer een verrassing wat er te gebeuren stond. Meestal was het een combinatie van een plaatsje aandoen en iets sportiefs.



Toen we de bus instapte, zetelde ik me bewust naast een vrouwelijke collega. Dit om te voorkomen dat hij naast me zou gaan zitten. Niemand wist iets van mijn gevoelens, en het leek me het beste dat zo te houden. Stel je voor dat iemand iets zou merken. Regelmatig keek ik nerveus naar buiten. Iedereen druppelde zo langzaamaan de bus in, behalve hij. Op het allerlaatste moment zag ik hem aankomen. Een zucht van blijdschap ging er door mij heen. Maar wat was dat nou weer. Hij droeg een grote schoudertas en een gitaar. Ook dat nog.

De bus bleek richting Utrecht te gaan. Na koffie te hebben gedronken in de binnenstad, werden we opgedeeld in groepjes en kregen opdrachten mee. Zo zouden we de stad beter leren kennen. De groepen waren zo ingedeeld, dat ik niet bij hem zat. Hij draaide wat om mij heen en ik merkte dat hij dat jammer vond. Overigens moet ik zeggen dat ik dat ook vond. Toen de groepjes terugkwamen aten we met elkaar en zat hij tegenover mij. We keuvelden gezellig over Utrecht en alles wat we hadden ervaren.
Na het eten stapten we weer de bus in en reden naar een plek waar geroeid zou gaan worden. Gelukkig waren er dit keer geen opdrachten aan verbonden en was er vrije keuze. Er waren roeiboten en kano’s, voor twee of meerdere personen. Ik hield me bewust iets afwezig van de groep. Diep in mijn harte hoopte ik dat hij hetzelfde deed.
En inderdaad, ik zag hem op mij afkomen.
“Anita, vind je het leuk om samen wat roeien of kanoën?”.
“Ach, waarom niet”, antwoordde ik.
“Je moet het wel leuk vinden, het hoeft niet”.
Ik vond het vreselijk leuk, maar wilde hem dat niet laten blijken.
“Oké. Als je me eerst verteld wat je in die vreselijke schoudertas hebt zitten”.
Hij haalde er een detective boekje uit van Havank en stak het omhoog.
“Voor als de roeipartner tegenvalt”, glimlachte hij.
Ik gnuifde.
“Dan krijg je het vast nog uit vanmiddag”, lachte ik terug, “is dat alles?”.
“Nee, natuurlijk niet. In deze dameskoffer heb ik ook nog dit”.
Verbaasd keek ik hoe hij er een verrekijker uithaalde.
“Wat moet je daar nou mee. Ik ben toch dichtbij”.
Hij lachte.
“Gelukkig wel, maar die andere vreemdelingen niet. Ik zal je straks een demonstratie geven”.
Zo stapten we in de roeiboot en als een echte dame liet ik mij over het water leiden. Het weer was heerlijk. Veel zon en weinig wind.
Op een gegeven moment begon hij al roeiend gedichten op te dragen.
“Het lijkt of hij iets zoekt
daar bij het water.
Stilletjes op zichzelf
terug denken aan later”.
En;
“Ik zit hier op het strand,
te kijken naar de zee,
de pijn die in mij brand
nemen mijn gedachten mee”.
Natuurlijk liet ik weer niets merken, maar ik vond het zo leuk.
“Waar is dat strand dan?”, zei ik.
“Ah, my dearest”, antwoordde hij, zoals hij me op het werk ook vaak noemde.
“Uw vraag is er één der schone. Het strand zit in ons hoofdeke”.
Weer moest ik in mezelf lachen.
Plots voer hij naar de kant en meerde aan.
“Wat doe je nou?”.
“Jou ontvoeren. Springen over hekken en draden en over beminnelijke koorden jou leiden naar prachtige groene oorden”.
Waar hij het allemaal vandaan haalde. Maar goed, ik kon niet anders dan hem de hand geven en uit de boot stappen.
We liepen een stukje het land op. Het leek iets van een eiland te zijn.
“Als je het wat vindt om hier even te zitten, dan neem ik nu uwe hand”.
Zo zaten we samen naast elkaar een beetje voor ons uit te staren. Opeens haalde hij de verrekijker uit zijn tas en gaf zijn demonstratie. Hij bleek erg veel van vogels en allerlei andere natuurdingen te weten. Eerlijk gezegd vond ik het best boeiend wat hij allemaal wist te vertellen.



“Als de jonkvrouw het goed vind”, zei hij en sloeg zijn arm om mij heen. Even draaide ik mijn hoofd in zijn richting om rustend tegen zijn lichaam dromerig voor me uit te staren. Zoals we daar zaten, was het een ultiem samenzijn. Het was heel lang geleden dat ik me zo gelukkig voelde. Zo heerlijk alleen met iemand waarvan je wist dat hij je adoreerde.
Na een tijd haalde hij zijn arm weg en legde zich languit neer in het weiland en staarde naar de lucht. Toen ik naar hem durfde kijken, leek het alsof hij sliep. Voorzichtig boog ik mijn hoofd voorover en kuste hem teder op zijn mond. Hij reageerde niet en ik herhaalde het nog een keer. Opeens pakte hij me met zijn armen stevig beet. Ik gaf een gil en we rolden letterlijk door het gras. We dolden en lachten wat, totdat we uitgerold waren en hij boven op me lag.
Hij pakte mijn lange, krullende haar en speelde er wat mee. Zacht en teder gleed zijn hand over mijn wang en langs mijn nek. Heel even nipte hij met zijn lippen op de mijne. Ik voelde mijn lichaam reageren. Het was maar goed dat hij niet wist wat er allemaal door me heen ging en hoe vochtig ik van onderen werd. Voorzichtig gleed zijn hand over mijn lichaam. Gespannen wachtte ik af wat er ging gebeuren. Het leek er echter op dat hij de delen die mijn vrouwelijkheid benadrukken, bewust vermeed. Toen ik mijn lippen op de zijne legde, verloor ik bijna de controle over mezelf. Hij reageerde onmiddellijk. Zijn hand gleed door mij haar, over mijn schouders en rug. Toen onze tongen elkaar beroerden, stopte ik abrupt.
“We moeten terug”, zei ik, hem van me afduwend.
Ik kon op dat moment niet anders, misschien voelde ik me schuldig. Ik weet het niet.
Hij zij niets en zwijgend liepen we naar de boot.
Terugvarend wees hij me nog op wat dingen in de natuur. Verder had de terugtocht een totaal andere sfeer dan de heenreis.
Terug aan wal, leek alles weer wat normaler.
In de buurt van waar we aanmeerden, gingen we een restaurant in wachtend op het eten.
“Hé, Frank, speel eens wat jongen”, zei een collega, “je hebt hem toch niet voor niets mee”.
Op het verzoek liep hij naar de bus en haalde de gitaar. Na hem te hebben gestemd, kwam hij vlakbij mijn tafel staan. Toen hij begon te zingen was iedereen verbaasd over zijn diepe, warme stem. Of zou ik niet objectief zijn geweest.
Tot overmaat van ramp zong hij het lied wat ik zo prachtig vond; ’you’re always on my mind’, van Elvis Presley. Hij kon niet weten dat ik van Elvis hield. Ik zag hem naar mij kijken en wist me geen houding te geven. Volgens mij zat ik daar met een knal rode kop. Gelukkig viel het niemand op. Hoewel, bij zijn laatste lied, had ik het idee dat mijn hoofd gloeide als een vuurtoren.
“Laatste song”, zei hij op zijn gebruikelijke manier, “ik draag hem op aan de leukste vrouw die ik ken”.
Gejoel van de anderen, maar ik schrok me dood. Ik wist zeker dat hij mij bedoelde. Hopelijk zou hij toch niet in alle openheid……
Weglopen deed ik bewust niet, dat zou te veel opvallen.
“Vertel”, zei een mannelijke collega, ”wie is de gelukkige”.
“Voor jou een vraag voor mij een weet”. En hoewel de collega’s hem probeerde uit te horen, liet hij zich niet verleiden tot.
Toen zong hij weer een Elvis lied; ‘Love me tender, love me sweet, never let me go’. Hij zong het zo verschrikkelijk mooi dat iedereen er stil van werd. Ik had het niet meer en realiseerde me als geen ander dat hij daar voor mij stond te zingen. Nooit had iemand eerder zoiets voor me gedaan en zeker niet zo mooi.
’s Avonds tijdens het eten zaten we wel bij elkaar in de buurt, maar gelukkig niet tegenover elkaar. Door het hele gedoe was ik van slag en zo kon ik me weer iets normaler gedragen.
Hij leek ontspannen en praatte gezellig met de buurman, maar vooral met zijn overbuurvrouw. Toen hij uitgebreid met haar aankeutelde, leek enige jaloezie bij me op te komen.
Na het eten gingen de meeste nog wat wandelen. Nadat hij naar het toilet was gegaan, zag ik hem nergens. Hoewel ik door een paar collega’s werd meegevraagd om even naar het dorp te lopen, weigerde ik.
Waar was hij nou. Zeker gezellig met de overbuurvrouw van net weg. Ik had de jaloezie nog niet mijn brein laten passeren, of ik zag hem alleen onder een lantaarnpaal staan. Snel liep ik naar buiten en hield me in toen ik hem naderde. Zonder iets te zeggen, pakte ik hem bij de arm en liep met hem een natuurpad op. Normaal praatten we veel met elkaar, nu was er een oase van rust.
Rechts van me zag ik een stuk grasland en naïef liep ik stevig gearmd er op af. Ik zocht een goede plek en ging zitten. Toen hij naast me zat, draaide ik mijn hoofd om en kuste hem op de mond. Eén ding wilde ik nog maar, hem even helemaal alleen in mijn eigen wereldje hebben. Ik merkte dat hij er moeite mee had. Waarschijnlijk om mijn reactie, eerder die dag.
“Het is goed”, fluisterde ik zacht en onze tongen smolten ineen.
Terwijl zijn handen door mijn haren streelde, rolde ik hem op de grond. Bovenop liggend, pakte hij mijn bovenbenen stevig beet en gleed met zijn handen over mijn panty’s naar mijn billen. Mijn rok kroop met zijn beweging mee omhoog, terwijl hij zijn ene hand tegen mijn slip drukte en opzij schoof.
Een stroom van warmte maakte mijn lichaam wakker en alle remmen gingen los. Mijn zalige kutje werd van opwinding steeds vochtiger. Ik kon niet anders meer dan in liefde me aan hem overgeven. Ik voelde zijn lid opzwellen en zijn handen over mijn borsten gaan.
“Marian, je bent een prachtvrouw”, fluisterde hij zachtjes.
Zoals hij me streelde, kuste in mijn nek, op mijn mond, aan mijn oor en overal waar ik het lekker vond, was één grote liefkozing. Om maar niet over zijn zoete, opwindende woordjes te spreken.



Copyright © www.oops.nl
----oops.nl----
Home
Sexverhalen
Hetero
Eerste keer
Homo
Lesbisch
Plassex
Tieners
SM
Groepsex
Overspel
Familie
Bisex
Overige
Partners