Het was regenachtig koud eigenlijk onvoorspelbaar weer. Ik sjokte van mijn kamer af door de gang naar de keuken. Marloes en Ria en Angela drie studiegenoten eerste jaars stonden te kwebbelen en de keuken smerig te maken. Daan en Ido hadden er zoveel opmerkingen over gemaakt, maar niets hielp. We werden er gek van. Koelkast leeggevreten door hun aankopers. Ik had het ook wel zo’n beetje gehad met ze. De hele dagen kwebbelen ouwehoeren harde muziek maar vooral smerige keuken. Ha Jorck op een manier dat je gelijk hun tanden achter in de strot wilde rauzen. O Jorck is net wakker dat zie je aan zijn grote lummel in zijn trainingsbroek een ochtend e’do. Angela daar kun je nat van worden. Maken jullie de boel maar eens nat, wijzende op het aanrecht. Wie het laatst is Jorck die moet de boel opruimen. Echt niet, hoorde ik mezelf zeggen. Marloes was de verstandigste en keek me aan. De vrouwen zullen het welweer doen hoor. Als keukenslaven. Daan en Ido kwamen de keuken inlopen waarop Daan grappend in mijn lul kneep. Je was weer lekker bezig vannacht Jorck. Ik kon je horen geeft het me geeft het met schreeuwende Marloes toen heb ik maar geroepen jij krijgt het toch niet. O-ja glimlachte ik en toen kwam jij binnen en heb je jouw even genaaid toch. Hij zuchtte, ja zoiets. In je dromen dan he kleine. Daan was negentien maar leek vijftien slank klein ons jochie zoals Ria liefelijk hem duidde. Ik nam een boterham smeerde er pindakaas op en concludeerde gisteren was die nog vol nu bijna leeg. Moet je niet zoveel eten Jorck en daar glipte Daan tussen iedereen door naar de pot pindakaas. Zit nog wel eentje voor me in. Het moet verdomme niet gekker worden jochie moeten wij je grootbrengen wat ze thuis hebben nagelaten. Daan stond in zijn onderbroekje en zijn piemel muisje was zichtbaar door de dunne stof en stond blijkbaar recht vooruit en gevechtsstand. Ik sjokte terug naar mijn kamer met mijn broodje pindakaas. Gevolgd door Daantje. Happend van zijn broodje smakkend en pratend. Hij legde mij allerlei zaken voor en alsof ik al wetende hem daarin kon helpen. T’s was en bleef een zooitje. Gisteravond had Marloes in een dronken bui toen ze bezopen binnenkwam staan ouwehoeren met Dan op de gang. Ik mocht haar borsten en haar vagina bevoelen. Toen ik haar net zag kreeg ik weer een stijve. Heb je liggen rukken, keek hem strak aan. Met een rode kop, ja en. Nee niks je moet haar laten kloven gozer. Ze had hem wel even in haar mondje kunnen nemen. Echt niet riep hij. Ik liep mee naar zijn kamertje. Bekeek de rotzooi zijn smerige dekbed, kussensloop, onderlaken haalde ik eraf. Ik keek naar verschoning in zijn kast maar beneden lagen als zijn onderbroekjes t-shirts smerig. Ik raapte alles op en liep naar het washok en stopte alles in de wasmachine bonte was. Daantje kon niks. Als een klein broertje bleef hij in zijn kamertje staan. Thuis deed moeders alles blijkbaar. Een vader was er niet gevlucht voor Mama die de broek aan had. Ze douchte je zeker ook, keek hem strak aan. Nee hoor alleen mijn rug waste ze. Nu verschoning was er niet dus ik draaide zijn matras om, waaronder hij een seksboekje had verstopt. Nu je er toch bent mijn Laptop doet het ook niet. Logies die had hij niet aangesloten op wifi. Ik fikste alles en liep terug naar mijn kamer gevolgd door Daantje. Ik had op zijn kamertje de ramen open gegooid om de boel te luchten. De wasmachine draaide en in het washok was ook een droger maar alles fixen ik leek wel zijn moeder. Nadat hij de bordjes naar de keuken had gebracht ik mijn t-shirt en trainingsbroek uittrok duwde ik hem mee naar de douche. Hij stonk echt wel een beetje veel. Toen ik mijn boxershort uittrok nog snel een handdoek had gebakt voor hem, van mijn voorraad trok hij zijn onderbroekje uit. Ik begon zijn haren te wassen, zeepte hem in duwde zijn voorhuidje naar achteren en waste zijn piemeltje ballen en kontje. Hij pakte het washandje begon mijn rug te wassen. Nu is dit al maanden zo. Vuile keuken zijn kamertje schoonhouden hem wassen. Covid-19 maakt er helemaal wat van. De meiden zijn thuis Niko is ook weg en wij zijn overgebleven. Jorck riep Daantje vannacht mag ik bij je komen slapen, ik ben bang voor onweer. Mmmm moet ik half slapend hebben geroepen. Hij kroop tegen me aan. Gezellig hé. Heb jij je boekje niet meegenomen plaagde ik hem. Nee lees op de computer Oops voor het slapen. Daantje heeft eending wat ik niet altijd heb, altijd een stijve en is altijd opgewonden. Ben je nog maagd fluisterde ik in zijn oortje. Ja maar niet lang meer. Dat klopte. T’s ff wennen maar je moet wat in deze uitzonderlijke tijden.