Dat gerateld van de wieltjes bleef als ik thuis was nog steeds bij mij. Hoe vaak had ik de jongen niet gezegd weg te gaan bij mijn winkel. het muurtje de afloop van de parkeergarage waren bij hem geliefd. De skater boy werd een plaag. Zeventien in die leeftijd hij kon de hele wereld aan was hondsbrutaal. Ik was maar gestopt hem te vragen te willen ophouden. In de winkel wilde ik hem niet meer hebben. Ik nam het maar voor lief. Vaak had hij mij een weerwoord gegeven. Als jullie homo's in de bosjes staan te rotzooien of bij parkeerplaatsen of op pisbakken zeg ik toch ook niks. Nee hij discrimineerde niet maar omfloerst liet hij weten laat mij in mijn waarde ik laat jou ook in je waarde. Hij haalde de geste capriolen uit. Skater-kleding je kent dat misschien wel wijde broeken shirt zodat bij de capriolen de kleding niet hinderlijk was. Het was best een geil jochie. Knap eigenlijk heel sportief geil eigenlijk. Hij daagde mij weleens uit in het voorbijlopen hand in zijn kruis broek op duwen en geil kijken uitdagend. Maar die wieltjes ik werd er knettergek van. Ratelen dat spring op de muur klappen van zijn plank. Nu was berustend eigenlijk nooit kwaad dat zat niet in mijn aard. Misschien had ik hem wel een pakslaag moeten geven laten zien dat ik geen mietje was voor mijn achtentwintigste. Maar eigen richting was niks voor mij. In mijn zaak had ik er achter in de werkplaats niet zoveel last van. Maar in de winkel wel. Nu gelukkig zat hij vaak lang op school. Vrije uren was hij hier. Ik zat net een kopje koffie te drinken. Keek wat doelloos naar buiten. Ik had de nieuwe collectie binnen voorzien van prijzen. Morgen zou ik de etalage veranderen. Wel of niet nu al de etalage ontruimen schoonmaken of morgen maar dacht ik. Ineens zag ik hem niet meer. Ik keek in de kuil naast het muurtje bij de parkeergarage. Zag ik nu een hand of niet. Het was zo rustig vandaag totdat hij kwam. De tijd zo in de herfst. Vroeger donker wat vochtig weer. Ik was toch niet rustig. Liep de winkel uit naar de kuil. Keek van boven naar beneden. Daar lag hij min of meer bewegingloos. Snel rende ik naar hem toe. Bekeek hem. Toen ik mijn mobiele telefoon pakte om 112 te gaan bellen krabbelde hij op. Laat maar t's niks stamelde hij. Even flauw gevallen misschien. Ik hielp hem op of hij hing om mijn hals hinkelde mee. In de winkel zette ik hem op een stoel. Zie je nu wel eigenlijk kwaad nu brak je al haast je nek man. Mijn been klaagde hij.




Ik pakte hem op. Droeg hem naar mijn kantoor en legde hem daar op de lederen bank. Ik pakte de EHBO trommel. Heel voorzichtig trok ik zijn hoge sportschoenen uit. Bekeek zijn enkels. Voelde niks mis meer. Hier hier wees hij op zijn heup. En mijn knie ook. Rustig maakte ik zijn broek los. Liet die heel voorzichtig zakken. Een lange schaafwond. Het bloedde licht. Ook zijn knie. Hij had een boxershort aan met regenboog kleuren. Ik depte heel voorzichtig de schaafwond. Stelpte een paar bloedende wonden. Hij liet mij rustig begaan. Zolang ik bezig was met zijn knie en de lange schaafwond had hij blijkbaar minder of geen pijn. Ik pakte een schone handdoek. Legde dat over de lange wond. Het beste is dat het droog blijft. Het bloeden moet even stoppen van de wat diepere schaafwondjes. Hij knikte. Ik betaste zijn knie. Ik denk dat die niet gebroken is. Maar misschien moeten ze even een foto maken. Ik gaf hem wat te drinken. Sloot de winkel af. Droeg hem naar mijn auto legde hem achterin. In het ziekenhuis bleek alleen een lelijke schaafwond. Een wond aan zijn knie. Ik was bij hem gebleven terwijl de co-assistent later de arts hem onderzocht. Zijn rug bekeek en zijn verwondingen. Ik bracht hem daarna naar huis. Ik tilde hem naar zijn slaapkamer legde hem op bed, omdat zijn ouders gescheiden waren zijn moeder hem moeilijk kon dragen. Ik beloofde zijn schoenen en broek en die rotplank te brengen. Ik was een dik uur eerder dicht gegaan. Dat was nog nooit gebeurd in al die vijfjaar dat ik de winkel had. Terug besloot ik eerst te gaan eten. Daarna pakte ik een tasje en liep naar zijn huis. Zijn moeder was blij dat ik hem had geholpen. Ze kende mij wel. Ik dronk met haar een kopje koffie. Nou zal hem zijn spullen maar brengen lachte ik. Op zijn kamertje keek ik wat rond. Ruben sliep. Moeder had hem een pijnstiller gegeven. Hij zal morgen nog wel een beetje stijf zijn heeft de dokter gezegd maar dat is verder niks.

Een paar dagen later kwam Ruben vrolijk fluitend langslopen. Hand in zijn kruis opwippend hand onder zijn ballen. Even klopte hij op het etalageraam stak zijn duim omhoog schreeuwde nieuwe etalage gemaakt cool. Hij was nu wat voorzichtiger. De deurbel ging. Ik stond op liep de winkel in. Ruben. Ja hé heb jij ook boxershorts. Ja natuurlijk. Ja hele aparte dan Alec. Ja moet je maar even kijken. Ik liet hem zien wat ik had. Ik pakte het boek legde dat op de toonbank, kijk maar even hier in, die zou ik eventueel kunnen bestellen. Hij draaide iets naar mij deze wil ik wel passen mag dat. Ik bekeek de maat. Ja probeer maar. Hij liet het gordijn van de paskamer los. Kijk t's haast helemaal weer genezen. Hij liet de schaafwond zien waar je bijna niks meer van zag. In tussentijd dat hij in de lades keek had hij al tal van vragen gesteld. Heb je een vriend. Woon je hier boven. Ben je altijd alleen. Meer van dat soort vragen. Zoals ik al beschreef was het een knappe jongen. Lang slank krullende haren echt een knap jochie van zeventien. Leuke oogjes pienter eigenlijk. Hij bleef in zijn blote kontje staan kijk maar even helemaal genezen. Ja zie het Ruben. Kijk dan of ben je bang. Waarom bang. Nou omdat ik naakt ben. heb weleens vaker een naakte jongen gezien. Nou dan niet Alec. Hij trok de boxershort aan. Zit die goed. Ja denk het wel. Maar de kleur is niet zo fel hé. heb je ook een boxer in de regenboogkleuren. Nee dat heb ik niet. Kun je dat bestellen. Ja denk het wel moet ik eens navragen. Hoe duur is deze. Ik keek in de boord van het broekje nou voor jou tien euro. Je bent bang voor mij hé. Nee hoezo bang. Ja niet fysiek dan mep je me zo. Maar om iets met mij te doen. Wat doen dan. Rukken of pijpen of zo. Niet zomaar Ruben. Ik ben geen hoer. Hij bekeek mij. Ogen naar beneden. Dat bedoel ik toch niet. Je kan toch ook weleens stout zijn. Ja goed jochie waarbij ik mijn arm om hem heen sloeg. Even tegen mij aandrukte. Ik kwam met zijn boxer aanlopen. Neem hem maar mee. Ik bestel als die er is een een leuke voor je.

Telkens kwam hij nu even binnen. Koffiedrinken praatje maken. Let je op mij grapte hij. Ik leerde hem zo goed kennen. T's was een bijzondere jongen. Lief intelligent. Maar ook heel creatief. Gaf mij ideeën voor etaleren gaf daar ook vorm aan in de voorbereiding. Nam jongens van zijn school mee voor shirts t-shirts met hoge boord, boxershorts. Ik zag heel wat blote kontjes met hem als knipoog. Maanden later had ik zijn regenboog. Ik vertelde hem dat. De eerste keer dat hij bij mij boven was. Als je van strippen spreekt hij stripte. Zijn prachtige naakte lijf waar bij geraffineerd zijn boxer aantrok.