Stuur ons je verhaal op, klik hier !!!!!!


Klik hier voor meer webcams !!

Geheimen 3 - 10546 keer gelezen
De directeur maakte er snel werk van en de volgende week woensdag, een dag voor de vergadering van de raad, was de aula van de school geopend voor de ouders van Ellens vorige klas en die van de klas die ze nog moest krijgen. Er stonden buiten ook een paar cameraploegen en verslaggevers maar Ellen had die niet gezien. Ze was al in de middag naar de school gekomen en de directeur had haar in zijn kamertje geplaatst. Het was nog een discussie geweest over de invulling. Ze had bij de deur kunnen staan om de mensen direct te verwelkomen, maar er werd besloten tot een verlate entree, vooral omdat de camera’s van de tv op de ingang gericht stonden; de ingang waar Ellen dan had moeten staan.
‘Zenuwen?’ De directeur kwam even binnen gelopen om te kijken hoe het met Ellen ging. ‘Het is een grote opkomst op de ouders van Jon en Fleur na is iedereen van je vorige klas er, en ik mis er nog drie van je nieuwe klas. Maar ik zie nog een paar auto’s parkeren in de verte dus die kunnen nog komen.’



‘Als het de bedoeling was mij goed te laten voelen is dat mislukt.’ Ellen voelde haar maag een koppeltje duiken. Ze had het angstige visioen dat alle ouders juist waren gekomen om haar de nek om te draaien. En wie zou hen tegenhouden wanneer ze zich allemaal tegelijk op het podium zouden werpen? De directeur zeer zeker niet.
‘Het is gewoon gezellig daar hoor.’ Stelde de directeur haar op haar gemak. ‘Er is niets engs aan, ik doe dadelijk het openingspraatje en daarna...’ er werd op de deur geklopt en die werd bijna meteen open gedaan.
‘Het feest kan beginnen; want ik ben binnen!’ Een man van middelbare leeftijd kwam joviaal binnen gevallen. ‘Frans, goedenavond, Ellen!’
‘Herman.’ Zei de directeur terwijl hij de man een hand gaf. ‘Fijn dat je wilde komen.’
‘Ik kon moeilijk weigeren nadat je mij had gebeld.’ Zei Herman. Hij richtte zicht tot Ellen. ‘Wat een ellendige situatie toch meid.’
Ellen kon het niet laten te glimlachen. Herman en zij hadden het afgelopen jaar een goede band gekregen. Hij was de leraar van groep acht en een beetje musicalgek.
‘In elk geval, ik was net aan Ellen aan het uitleggen dat ik het openingspraatje doe en ik wilde zeggen dat jij het tweede praatje gaat houden voor Ellen het podium mag veroveren.’
‘Ja.’ Knikte Herman. ‘Ik heb per slot van rekening al een klas van jou gehad en daar was niks mis mee. Goed een paar jongens kregen vervroegd de baard in de keel, maar je had ze duidelijk niet misbruikt of zo.’
‘Bedankt Herman.’ Zei Ellen die haar maag een onmogelijke manoeuvre uit voelde voeren.
‘Het is niks.’ Zei Herman afwerend. ‘Ik doe alles om iemand in nood te helpen.’
De directeur keek op zijn horloge. ‘Vijf minuten, zorg jij ervoor dat ze mee komt Herman?’
‘Natuurlijk, generaal.’ Herman salueerde als was hij een militair en de directeur maakte dat hij naar de ingang kwam om verlate mensen te verwelkomen.
‘Hoe is het werkelijk met je.’ Herman ging op de stoel zitten die voor het bureau van de directeur stond en keek Ellen peilend aan. ‘Je ziet bleek.’
‘Spanning.’ Zei Ellen. ‘Zullen ze mij wel geloven?’
‘Natuurlijk.’ Zei Herman met voor hem ongepaste warmte in zijn stem. ‘Je hebt niets gedaan, anders was je niet vrijgelaten. Ik ben ervan overtuigd, en Frans ook. Anders zou hij er niet zo op in zetten.’
Het lag op Ellens lippen om de waarheid te vertellen; dat ze niet zo onschuldig was als ze haar voorhielden. Maar ze wist zich net tegen te houden. Ze herinnerde zich het gesprek van vorig jaar waar Herman opriep om alle kindermisbruikers de oven in te duwen.
‘Over twee weken sta je gewoon voor de klas.’ Voorspelde Herman. ‘En Fleur woont gewoon bij jou.’
‘En wat als het niet goed gaat?’ Ellens maag verkrampte zich. Ze was dan haar baan kwijt, maar bovendien ook Fleur nog.
‘Het gaat goed.’ Zei Herman positief. ‘Gewoon jezelf voorhouden dat het goed gaat, als je denkt dat het zo zal gaan dan gaat het gebeuren.’
‘Denk je dat?’ Vroeg Ellen.
‘Het is zo.’ Bevestigde Herman. ‘In het goede en in het kwade.’
‘Hoe bedoel je dat?’
‘Ik heb moeite met hoogtes.’ Bekende Herman. ‘Een redelijke vorm van hoogtevrees. En ik was met mijn vriendin op de kermis en op die kermis was zo’n bungee jump. Zo’n bal aan elastieken die wordt gelanceerd. En ze wilde daarin.’
‘En jij niet?’
‘Nee, ik hield dus de boot af. Maar steeds zag ik dat beeld voor mij dat ik gillend hoog in de lucht tolde. Ik kon het niet van mij afzetten. Tot het moment dat ik mijzelf werkelijk terugvond in die verdomde stoel en met een rotvaart omhoog werd geschoten.’
‘Je vriendin vond het dus wel leuk?’ Vroeg Ellen liefjes.
‘Dat is nu mijn ex, ik heb er eentje die nog banger is voor hoogtes dan ik.’ Grinnikte Herman. ‘Maar ik heb ergens nog een leuke foto van haar en mij waarin zij het v teken geeft en ik mijzelf piepend vasthoudt aan het staal waarmee de stoel zat vastgemaakt.’
Ellen lachte luid, haar maag voelde al iets beter.
Herman keek op zijn horloge. ‘Nou, sta op en wandel. We mogen ze niet laten wachten.’
Ellens maag leek los te laten toen ze opstond en ergens tussen haar darmen kwijt te raken. Die trouwens ook spastischer waren dan normaal. Herman liep voor de zekerheid achter haar toen ze het kantoortje verlieten en door de gang in de richting van de aula liepen.
De aula zat niet helemaal vol; het was berekend op tweehonderd mensen en er waren er maar tachtig hooguit. Maar dat betekende wel dat er honderdzestig ogen op Ellen werden gericht toen ze binnen stapte. Ze probeerde niet te kijken en zelfverzekerd te lijken, maar het voelde nogal stuntelig.
‘Ga maar zitten.’ De directeur wees op een stoel vlak naast het podium. ‘Ik roep je zo.’
Herman ging in de stoel naast die van Ellen zitten en de directeur hipte het trapje op naar de plek waar een spreekgestoelte was neergezet.




‘Dames en heren, goedenavond.’ Zijn stem werd luider door de microfoon. ‘Mag ik de ouders van de aankomende groep zeven verwelkomen en de ouders van de aankomende groep zes. Allereerst bedankt voor jullie komst en in het verlengde voor de korte termijn die ervoor stond en dat in deze vakantietijd.’ De directeur schraapte zijn keel en frommelde uit zijn zak een papiertje wat hij uitvouwde en voor hem op het tafeltje legde. Intussen glimlachte hij het publiek toegeeflijk toe.
Ellen durfde niet naar de mensen te kijken, ze voelde het wanneer er een blik op haar geworpen werd, maar ze keek niet terug. In plaats daarvan concentreerde ze zich op het spreekgestoelte, meer gezegd op de schaduw die het wierp op het podium. Zolang ze maar niet hoefde te denken aan de mensen en wat er zou kunnen gebeuren.
‘laat ik beginnen bij het begin van deze school. Want al twintig jaar is de Springplank als scholengemeenschap actief in ons dorp. Een seculiere school voor mensen die uit de Randstad naar deze streng gelovige streken verhuisden en graag seculier onderwijs voor hun kinderen wilden. In die twintig jaar zijn er evenveel klassen doorgestroomd richting het voortgezet onderwijs en hebben wij elk jaar hoge scores in het landelijk onderzoek naar de staat van basisscholen. Het is daarom extra wrang dat juist deze school onderdeel werd van een schandaal. Een kleine drie weken geleden werd onze lerares van groep zes aangehouden en meegenomen naar het politiebureau op verdenking van misbruik van haar pleegdochter. Dit is gebeurd na een anonieme tip. Wij, en de politie, zijn er nog altijd niet achter wie deze tip gedaan heeft. Maar we hebben reden aan te nemen dat het in de relationele sfeer ligt. Nu is die tip tot daar aan toe en wijst er ook niets op, zelfs niet na ondervraging en onderzoek bij de pleegdochter, dat de lerares haar misbruikt heeft, of dat ze misbruikt is. Als klap op de vuurpijl kwam er ook nog eens een aangifte binnen van een oud-leerling. Deze leerling was tot en met het afgelopen schooljaar aan deze school. Deze aangifte is na toetsing vals gebleken. Vandaar dat op onze lerares geen verdenking meer rust. Het is dan juist extra wrang dat de schoolleiding overweegt om haar haar baan af te nemen en dat bovendien haar pleegdochter nog steeds in een internaat zit en niet terug is bij haar verzorgster. Nu heeft ze zelf aangegeven dat haar baan haar weinig kan schelen maar dat ze wel wil dat haar pleegdochter goed en veilig kan opgroeien. Ze kan dit zelf bieden en ik hoop dat jullie als ouders dat ook aan haar en haar pleegdochter kunnen bieden.’ De directeur keek op van zijn papier. ‘Ik vraag jullie geen onmogelijke keuze en ik stel het simpel: de lerares van jullie kinderen, de aankomende lerares van jullie kinderen werd verdacht van misbruik. Ik snap dat er bezwaren zijn en dat jullie misschien overwegen om jullie kind hier weg te halen. Het was het idee van Ellen Kooiman zelf om deze bijeenkomst te organiseren en om te laten zien dat jullie kinderen niets te vrezen hebben. En eentje die dat als geen ander weet is de man die ik nu ga aankondigen. Hij is al ruim negen jaar leraar van groep acht en staat vooral bekend vanwege zijn kerstmusical die hij elk jaar opzet; Herman van Deutekom.’
Herman stond op en liep onder een lauw applausje naar het podium waar hij de plek van de directeur innam.
Die stapte weer van het podium af en ging naast Ellen staan.
‘Het komt allemaal wel goed.’ Beloofde hij.
Ellen geloofde dat al niet meer. Wat moest ze doen? De politie had gelijk dat ze haar aan wilden houden, ze was een wandelende tijdbom. Ze sekste erop los met Fleur. Jon had ze niet aangeraakt maar er zou dadelijk een lading nieuwe meisjes in haar klas komen. Zou ze die niet aan kunnen raken? En dan het vertrouwen, het grenzeloze vertrouwen van de directeur, van Herman, van haar vader van Jana! Ze had hun vertrouwen al beschaamd voor ze het in haar hadden gelegd!
‘Voel je je wel goed?’
Ellen luisterde niet naar de directeur. Ze was opgestaan en rende haast de aula uit. Ze moest overgeven, als ze niet snel een wc zou vinden dan zou ze helemaal onder haar eigen kots zitten.
Ze rende een leerlingentoilet binnen, knalde de deur van een hokje open en wierp zich net op tijd op haar knieën voor de porseleinen pot. Met een grote golf kwam haar avondeten weer door haar slokdarm naar buiten en bleef drijven in het water. Ze keek er even bevreemd naar en voelde toen een nieuwe lading zich omhoog werken.
Ze kon naar het bureau gaan, zichzelf aangeven. Dan was Fleur ook veilig, veilig voor haar!
Haar kokkende geluid werd weerkaatst door de tegeltjesmuren van het toilet en het gespletter in de pot leek twee keer zo hard.
Ellen voelde een tweestrijd die ze nog nooit had gevoeld. Ze moest de wereld tegen zichzelf beschermen, maar ze wilde ook niet vechten. Tot noch toe had ze alleen maar met Fleur iets gedaan, en ze hielden van elkaar.
Ellen stond op, ze voelde niets meer maar ze bleef wel kijken naar de smurrie in de pot.
‘Ellen?’
Ellen reageerde niet, ook niet toen ze de grote, oude hand van de directeur op haar schouder voelde.
‘Ellen, kalm aan.’ Kom.
Ellen kon hem niet meer negeren. Ze voelde een traan wellen, en een tweede. Ze voelde zich ellendig en verloren. Waarom was ze zo?
‘Rustig maar meisje.’
Ellen wilde het niet, maar ze liet zich door de hand op haar schouder draaien. Ze zag de directeur maar vaag, en helemaal niet meer toen haar tranen gingen stromen.
‘Kalm.’ De directeur legde haar hoofd tegen haar schouder en klopte haar zachtjes op haar hoofd.
Ellen voelde er weinig van. Ze wou dat ze kon teruggaan in de tijd en alles met Fleur ongedaan kon maken. Maar de gedachte dat ze Fleur zou missen en wat voor leven die dan zou hebben gehad maakte dat ze nog harder moest huilen.
Ze hoorde het water van het toilet stromen en kwam weer bij zinnen.
‘Ik wil het niet meer.’ Zei ze zacht.
‘Je moet wel.’ Zei de directeur zacht. ‘Je moet het doen. Voor Fleur, we kunnen haar niet in de Meijer laten zitten.’
Ellen slikte en zag het beeld van het meisje op haar schoot voor zich. Een meisje wat plannen maakte voor wanneer ze weer bij elkaar kwamen en wat het volste vertrouwen in haar had. Een meisje wat momenteel misschien werd dwars gezeten door ene Jason.
‘Alles komt goed.’ Benadrukte de directeur nogmaals. ‘Over een maand is het alsof het allemaal niet is gebeurd.’
Ellen betwijfelde dat, maar ze haalde haar neus op.
De directeur deed een stap achteruit.
‘Kom op, maak je gezicht schoon en kom mee. We kunnen de arme Herman niet de hele avond vol laten praten.’
Ellen slikte en knikte. Met een beetje pech zou Herman beginnen over zijn musicals en proberen te zingen. Zijn liefde en spektakel in musicals was dan wel enorm maar zijn zangkunsten zelf lieten ernstig te wensen over. Als ze niet op tijd terug waren had hij het publiek al weggejaagd voor zij kon spreken.
Ze depte haar gezicht af met een vochtig handdoekje en liep daarna naast de directeur, die met lichte dwang zijn hand op haar rug hield. Dat was maar goed ook anders was ze vast besluiteloos blijven staan, niet in staat om nog een kant op te gaan.
De directeur opende de deur naar de aula.
Herman stond nog achter het spreekgestoelte en keek snel even opzij toen de deuren open gingen en Ellen met de directeur naar binnen kwam.




‘Een klein momentje alsjeblieft.’ Zei hij in de microfoon. Snel hupte hij het trapje af en kwam bij Ellen en de directeur staan. ‘Mijn anekdotes beginnen op te raken. Gaat het wel?’ Vroeg hij bezorgd aan Ellen.
‘Ze had even een dipje.’ Zei de directeur.
‘Moeten wij voor je spreken of kan je dat zelf nog?’ Vroeg Herman door.
Ellen was vergeten wat ze wilde zeggen, maar weer zag ze Fleur op haar schoot zitten.
‘Natuurlijk kan ik dat.’ Zei Ellen. ‘Ik moet het doen.’
‘Zo hoor ik het graag.’ Zei de directeur.
‘Wij staan achter je.’ Bevestigde Herman. ‘Ik ga je aankondigen.’
De zaal was aan het roezemoezen geslagen en werd eerbiedig stil toen Herman weer het podium beklom.
‘Dames en heren. Ik heb nu voldoende verteld over mij en mijn leerlingen van het afgelopen jaar. De eerste lichting leerlingen die bij Ellen les heeft gehad en waarvan ik durf te zeggen dat daar niets mee aan de hand was. Dan had ik nu graag het woord willen geven aan Ellen zelf.’ Herman deed een stap achteruit en gaf zo de ruimte aan Ellen.
Ze had het gevoel dat haar benen waren gemaakt van spaghettislierten en ze bij een verkeerde beweging in elkaar zou storten. In geen jaren had ze zich zo zwak gevoeld.
Ze stapte het trapje op en ging voor de microfoon staan. Ze keek door de zaal en herkende enkele mensen; ouders van leerlingen die vorig jaar bij haar in de klas hadden gezeten. Ze herkende de ouders van Marcella, de vader en moeder van Marieke, de getinte ouders van Jamal. Elke blik die ze zag was anders. De een keek toegeeflijk, de ander leek boos te kijken, sommige ronduit verveeld.
‘Hallo.’ Begon Ellen die haar tong eraf wilde bijten voor deze zwakke opening. ‘Ik ben Ellen Kooiman, de lerares van groep zes aan deze school.’
Dat was de opening, een zwakke opening. Het liefste was ze weer weggevlucht. Ze hadden haar gezien en daar moesten ze maar genoegen mee nemen; ze was geen monster en geen freak. Ze wilde dat ze wat had opgeschreven om te zeggen. Maar vanmiddag had ze in haar hoofd een speech voorbereid. Die klonk toen zo goed en zo krachtig. Wist ze zich dat nog maar te herinneren!
Ze wierp een hulpzoekende blik opzij waar Herman en de directeur afwachtend stonden te kijken.
Ze rekte de stilte te lang! Wat moest ze zeggen?
‘Drie weken geleden.’ Dat was een begin. ‘Drie weken geleden.’ Dat was een herhaling. ‘Stortte mijn wereld in.’ Ze moest op de persoonlijke tour. ‘Een paar weken eerder was de relatie met mijn vriendin opgehouden en ik bleef achter met mijn pleegdochter.’ Ellen slikte, een redelijk apocalyptische gebeurtenis teruggebracht in een haast nietsbetekenend zinnetje. ‘Ik was bereid om haar alleen op te voeden. Vooral omdat ze haar jeugd al een hoop had meegemaakt en ik haar een betere toekomst wilde gunnen. Tot het moment dat ik werd aangehouden op beschuldiging van misbruik. Misbruik van haar.’ Ellen voelde haar gedachten draaien. Ze moest denken aan de aanhouding. Het gegil van Fleur. Maar wanneer ze het woord misbruik uitsprak zag ze ook de seks met Fleur voor zich.
‘Ik heb haar nooit aangeraakt.’ Een leugen. ‘En ik zal dat ook nooit kunnen doen.’ Weer een leugen. En er zouden er nog veel volgen. ‘Ik ben lerares, ik hou van kinderen in de vorm dat ik ze op wil laten groeien, dat ik bij wil dragen aan hun ontwikkeling.’ Geen leugen. Maar ze wilde meer. Hoe vaak stond ze bij het douchen na de gym niet te kijken naar de douchende meisjes, fantaserend, genietend. ‘Het is... een ramp een belediging dat juist ik ervan wordt verdacht dat ik ze iets aan zou willen doen op een manier die niet natuurlijk is. Ik ben lesbisch, ja, maar geen kindermisbruikster. Ik kan het verleden en wat er is gebeurd niet uitwissen. Maar ik hoop wel dat ik van u in elk geval het vertrouwen kan krijgen dat ik weer voor de klas mag staan.’
Ellen voelde haar knieën knikken. Als ze hier nog langer zou staan zou ze werkelijk instorten.
‘Dank u wel.’
Er werd geklapt toen ze van het podium af stapte en daar werd opgevangen door de directeur en Herman.
‘Geweldig gedaan.’ Zei de directeur warm.
Ellen kon niets meer zeggen, ze legde haar hoofd weer tegen zijn schouder en begon weer te huilen.
Herman kneep Ellen even in haar arm en liep daarna het podium op om de mensen uit te nodigen wat te drinken te pakken en dat ze zo meteen verder zouden gaan. Er waren een aantal ouders die ook lovende woorden hadden voor Ellen en daarvoor spreektijd hadden aangevraagd.
Achter in de aula was er een koffiehoek ingericht waar de mensen geduldig op af liepen en wachtten tot ze hun koffie of thee hadden. Ellen trok zich met Herman even vlak buiten de deuren terug.
‘Kalm aan.’ Zei Herman de hele tijd. ‘Er is niets om je zorgen over te maken.’
‘Echt niet?’ Een voor Ellen bekende stem legde Herman het zwijgen op en deed bij haar de rillingen over de rug lopen.
‘Agent.’ Zei Herman met een korte knik tegen de man.
‘Meneer.’ Zei Albert Fredriksen, de rechercheur met een knik terug. ‘Mevrouw Kooiman.’
‘Wat doet u hier?’ Vroeg Ellen agressiever dan ze wilde.
‘Uw directeur heeft mij gevraagd of ik wilde verklaren tegenover de ouders dat het onderzoek naar u stilligt.’ Hij haalde zijn neus op. ‘Het onderzoek van de politie dan.’




‘Van de politie?’ Vroeg Herman die de dubbele toon in de stem van Albert had geproefd.
‘Dat is iets tussen mij en mevrouw Kooiman.’ Zei Albert terwijl hij zijn uniform iets rechter trok. ‘Laat ik in elk geval zeggen dat ik mijn redenen heb om mevrouw Kooiman dicht bij kinderen te hebben. En ze weet zelf ook wel waarom.’
‘Verdenkt u haar nog steeds?’ De ogen van Herman schoten vuur. ‘Arresteer haar dan, bewijs het!’
‘Helaas heb ik geen bewijs.’ Zei Albert met een toon van verlies in zijn stem. ‘Maar ik wil dolgraag wachten tot mevrouw Kooiman een foutje maakt. Ik weet dat haar pleegdochter liegt dat ze barst, soort trekt nu eenmaal soort aan. Maar dat wil niet zeggen dat ik de waarheid wil toedekken met de mantel der liefde.’
Ellen voelde zich ijskoud worden bij de woorden van de rechercheur. Herman sloeg beschermend een arm om haar heen en liet haar weer los om met gebalde vuisten Albert aan te kijken.
‘Hou je mond of bewijs het!’
‘Mettertijd.’ Beloofde Albert minzaam. ‘Het ergste vind ik dat ik nu ouders van kinderen moet gaan vertellen dat ze hun kinderen vooral naar “juf Ellen” moeten sturen. Ik zou liever zeggen dat ze in de cel bij die pedo’s in het Pieter Baan Centrum minder gevaar lopen om te worden aangeraakt. Maar helaas; mijn korpschef is al over de rooie dat we het onderzoek min of meer hebben verknald en wil dat wij helpen de situatie op te lossen. Ik had graag een tijdje alleen gehad met de pleegdochter om die iets meer uit te horen. Maar sinds de Schiedammer Parkmoord en de verkeerd gearresteerde pedo zijn ze daar niet zo happig meer op.’ Albert wierp Ellen een grijns toe. ‘Maar als ze iemand van haar nieuwe klas aanraakt dan zorg ik ervoor dat ik het te horen krijg. En dan hang ik haar aan de hoogste boom die ik kan vinden.’
‘Ga weg, onmiddellijk!’ Herman liep paars aan.
‘Nee, ik ga mijn plicht uitvoeren. Pas jij ook maar op; onderwijspikkie. Misschien heb jij ook wel je hand op een van je leerlingetjes gelegd en pedo’s in de bajes hebben geen goede tijd.’
Albert duwde een van de klapdeuren open en liep door terwijl Herman met een gezicht van walging en woede de man nakeek.
‘Wat een hufter!’ Zei Herman toen de deur was dichtgeklapt. ‘Wat een...’
‘Ik snap je.’ Zei Ellen zacht en verslagen.
‘Maak je maar geen zorgen.’ Herman leek zich de hoofdtaak van zijn aanwezigheid hier weer te herinneren en sloeg een arm om Ellen heen. ‘Jij raakt geen kinderen aan, hij zal dus nooit iets tegen je hebben. Het is niets meer dan wishful thinking.’
Dat was voldoende voor Ellen om weer snotterend haar hoofd tegen de schouder van Herman aan te leggen.
Albert had zichzelf voorzien van koffie en was naast het podium gaan zitten. Het was voor Ellen een verschrikking om na de koffiepauze daar ook plaats te moeten nemen. Herman wierp zichzelf heroďsch in de vuurlinie tussen haar en Albert door op de stoel tussen hen in te gaan zitten en op een enkele walgende blik naar de rechercheur na hem te negeren.
‘Ik hoop dat iedereen voorzien is.’ De directeur had zijn plek op het podium weer gevonden. ‘Er wilden een aantal ouders spreken uit de groep zes van afgelopen schooljaar. De ouders van Marcella?’
Ellen herkende de breedgeschouderde vader van het meisje wat ze wel knap had gevonden maar iets te sportief. Hij stond op en beende richting het podium.
Je kon in elk geval zien waar Marcella haar spieropbouw vandaan haalde want zijn biceps waren goed zichtbaar door zijn strakke shirt. Helaas miste hij wel een beetje van de intelligentie die zijn dochter bezat. De directeur deed een stap opzij toen de man zijn plek voor de microfoon opeiste en ging praten.
‘Afgelopen jaar... heeft mijn dochter... bij juf Ellen... haar hoogste... cijfergemiddelde... ooit... gehaald...’
‘Kan hij maar drie woorden per keer uitspreken?’ Vroeg Herman zich af omdat de man na elke paar woorden een pauze van een aantal seconden inlaste.
‘Toen ik... en mijn vrouw... haar vertelden... dat juf Ellen... werd verdacht... van misbruik... was ze... des... duivels.... Ze was... kwaad... en heeft mij... en mijn vrouw... verteld dat... er totaal... geen sprake is... van misbruik... de juf... had haar... nog nooit aangeraakt... het is een... feit... dat de politie... in dit land... liever achter verkeersovertreders... aan gaat... dan dat ze echte... criminelen pakken...! Ze pakken liever... het geld van... hardwerkende mensen af... dan dat ze... achter boeventuig aan gaan... en nu doen ze dat... één keer... en ze pakken de verkeerde...!’
Ellen kon het niet laten een blik te werpen op Albert. Die keek niet naar de man op het podium maar inspecteerde zijn nagels. Al trok zijn neusvleugel geďrriteerd omhoog.
‘Ellen... is een... zeer goede... lerares... en als het... nodig en mogelijk... moest zijn... zou ik mijn... dochter... er met een... veilig gevoel... nog een jaar... langs sturen...!’
Het publiek klapte beleefd toen de man aangaf permanent gestopt te zijn met spreken en de directeur weer zijn plek teruggaf.
‘De moeder van Marieke?’




De vrouw stond op en ineens kreeg ineens een beeld voor haar ogen. Het was kamp en ze voelde een koude luchtstroom over haar borsten. Daarna zag ze Marieke die haar borsten aanraakte. Dat was ze helemaal vergeten! Marieke... Fleur was daar toen nog woedend om geweest dat ze Marieke aan haar borsten had laten voelen.
‘Goedenavond.’ De moeder van Marieke had het podium bereikt en had een spreekpapiertje meegenomen. ‘Ten eerste wil ik zeggen dat het moedig is van juf Ellen om zo’n actie te ondernemen. Ik weet zeker dat er twijfel heerste bij de ouders van de aankomende groep en ik denk dat we dat op deze manier goed kunnen ondervangen. Want hoewel u duidelijk niets heeft gedaan blijft zo’n beschuldiging, die ook nog eens is uitgebeend door de media, lang hangen en kan mensen angst aan jagen. Mijn dochter, Marieke, zat vorig jaar in haar klas. En hoewel ze heeft opgemerkt dat juf Ellen streng is geweest het hele jaar door, heeft ze uit niets laten blijken dat er misbruik heeft plaatsgevonden. Ze was zelfs bezorgd over het lot van haar juf toen ze hoorde dat die was gearresteerd. Maar nog meer over dat van haar pleegdochter: Fleur. In tegenstelling tot de meeste ouderparen, die ongetwijfeld over Fleur gehoord zullen hebben, ken ik Fleur al langer.’
Ellen was ineens hevig geďnteresseerd. Zij kende Fleur niet voor die in haar klas was verschenen en de verhalen die ze sindsdien had gehoord over Fleur waren altijd van Fleur zelf geweest. Op het kattebelletje van haar vorige leraar na dan. Maar dat was puur zakelijk geweest. Helaas ging de vrouw er niet veel dieper op in.
‘Ik heb Fleur zelf een aantal keren gezien hier op school, ik heb natuurlijk verhalen gehoord van mijn dochter en uiteindelijk heb ik haar thuis mogen verwelkomen om te komen spelen. Fleur was ooit timide en in zichzelf gekeerd, maar door de goede zorgen van haar juf, en ongetwijfeld het wegvallen van haar moeder, heeft dit kind een tweede kans gekregen. Haar juf en nu ouder; Ellen, heeft ook niets fout gedaan. En daarom moeten wij haar ook een tweede kans geven de schande van deze valse aangifte weg te spoelen en op te werken naar een nieuw leven. Het beste voor haar en voor haar pleegdochter, Fleur. Dank u wel.’ Ook zij kreeg een applaus terwijl ze haar papieren verzamelde en terug naar haar plek ging.
‘Een inspirerende toespraak.’ Zei de directeur niet zonder bewondering. ‘Er is hier een rechercheur van het district Zwolle, waar ook wij onder vallen, om uit te leggen wat er is gebeurd en waar het onderzoek nu staat.’
Albert zuchtte, stond op en liep met stramme passen naar het spreekgestoelte.
‘Goedenavond, dames en heren. Ik ben hier om uit te leggen, zoals de directeur al aangaf, wat de politie nu precies doet. Ik kan in het kort zeggen dat het onderzoek tot nader order is opgeschort. Mevrouw Kooiman is geen verdachte in de zaak en bij gebrek aan bewijs hebben we haar moeten laten gaan.’
Het viel Ellen op dat Herman naast haar in de startblokken leek te staan. Hij had zijn handen tot vuisten gebald en keek naar de rug van Albert; zodra die iets fouts zou zeggen zou hij hem aanvliegen.
‘Het onderzoek ligt stil, en de enige aangifte die is gedaan is vals gebleken. Dit wil echter niet zeggen dat er geen vervolgonderzoek plaats gaat vinden. Ja?’
Iemand uit het publiek had zijn hand opgestoken.
‘Dus juf Ellen is valselijk beschuldigd?’
‘Dat kunnen we niet met zekerheid zeggen. Het onderzoek is opgeschort, niet beëindigd.’ Zei Albert kort. ‘Momenteel ziet de korpsleiding ook geen reden om het onderzoek te vervolgen.’
Dit zorgde voor enige beroering bij de toehoorders.
‘U zegt net dat er een valse aangifte is gedaan!’
‘Er is een valse aangifte gedaan, dat is niet hetzelfde als een valse beschuldiging. En het is zeer zeker niet voldoende om het onderzoek helemaal stop te zetten. Er zijn zeer zeker aanwijzingen dat haar pleegdochter is misbruikt.’
Nog meer beroering.




‘Ga dan onderzoek doen bij haar eigen moeder!’ De stem van de moeder van Marieke kwam boven iedereen uit. ‘Ik zie die ertoe in staat om haar kind te hebben laten hoereren.’
‘Zij is geen verdachte.’ Zei Albert. ‘En bovendien zit ze buiten ons bereik.’
‘Meneer de rechercheur.’ De mensen werden rustiger toen iemand op de voorste rij opstond. Ellen herkende hem niet en ging er dus van uit dat het de vader van een van haar nieuwe leerlingen moest zijn. ‘Kunt u helder en duidelijk zeggen wat uw korps aangeeft; is het veilig om mijn kind naar de volgende klas te sturen als Ellen Kooiman daar les geeft of niet?’
Het was even beladen stil. Herman snoof zwaar en Ellen gaf hem geen ongelijk. Net in de gang had Albert daarop al ontkennend geantwoord. Wat Ellen betrof stond hij voor een deel in zijn recht natuurlijk.
‘Het korps heeft het onderzoek stil gelegd met een reden; dat ze geen bewijs kunnen vinden.’ Zei Albert rustig en nadenkend. ‘Ik zou zeggen dat het gebrek aan bewijs juist het bewijs vormt dat mevrouw Kooiman inderdaad onschuldig is.’
‘U zegt dus dat ze onschuldig is?’ De man was blijven staan en keek de rechercheur scherp aan.
Albert zuchtte en wilde blijkbaar een verhaal afsteken, maar de man onderbrak hem.
‘Ja, of nee graag!’
Albert was even stil.
‘Ja. Mevrouw Kooiman is onschuldig.’
‘Dat wilden we horen.’ De man ging weer zitten en de mensen begonnen te roezemoezen.
‘Dan had ik het hier graag bij willen laten. Doe met de informatie wat u wilt.’ Albert keerde zich af van de microfoon.
‘Wat een hork.’ Mompelde Herman toen Albert van het podium af kwam gelopen en meteen naar de deuren liep.
‘Bedankt voor uw aanwezigheid.’ De directeur had weer de microfoon in zijn bezit genomen. ‘U kunt nog even blijven voor de koffie en koekjes. Ik en zeer zeker juf Ellen hopen dat u vertrouwen heeft in het komende jaar en dat we uw kinderen over twee weken gewoon weer op school mogen verwelkomen.’
De stormloop op de koffiehoek begon weer terwijl sommige mensen weg gingen.
‘En nu komt het op morgen aan.’ Zei de directeur toen hij zich aansloot bij Herman en Ellen. ‘Ik hoop niet dat die agent te veel schade heeft veroorzaakt.’
‘Ik vond het een lul.’ Zei Herman vrijpostig. ‘Hij was de hele tijd al aan het suggereren, en ook op het podium, dat hij Ellen blijft verdenken.’
‘Ik heb begrepen dat hij de leiding had over het onderzoek.’ Zei de directeur. ‘Hij zal wel moeite hebben met het toegeven van zijn ongelijk.’
Dat laatste was zeer zeker waar, maar Ellen wist dat het geen ongelijk was en dat Albert zeer zeker hoopte dat ze een fout zou maken.
‘Goedenavond.’ Een vierde persoon voegde zich bij; de moeder van Marieke. Ellen herinnerde zich Marieke als een lezertje en het uiterlijk van haar moeder was dan ook een goed aansluitende bibliothecaresse. Ze richtte zich meteen tot Ellen. ‘Mag ik nogmaals benadrukken dat ik, en Marieke, erg geschokt waren over het nieuws?’
‘Ik en Fleur ook.’
‘Dat geloof ik.’ Knikte de vrouw. ‘Uiteraard heb ik Marieke gevraagd of er tussen u en haar iets gebeurd is, zoals elke ouder zou doen. Maar ze ontkende dat.’
‘Ik herinner mij haar als een slim meisje, ze leest veel.’ Zei Ellen.
De directeur en Herman maakten zich tactisch uit de voeten.
‘Ja, ik moet haar af en toe echt naar buiten sturen anders zou ze bijna geen buitenlucht zien. Maar dan neemt ze ook haar boek mee en gaat op een bankje zitten of zo. Of in de tuin.’
‘Zij en Fleur kunnen wel goed met elkaar opschieten.’
‘Ja.’ De moeder van Marieke zuchtte. ‘Het is zo’n lief meisje; als dit allemaal achter de rug is dan hoop ik dat ze een beetje rust heeft.’
‘U kende haar al eerder?’ Vroeg Ellen die toch meer wilde weten over het verleden van Fleur.
‘Ja, ik woonde vroeger in de straat achter die van haar en haar moeder. Ze waren hier komen wonen vlak nadat de vader van Fleur, de ex van dat secreet, het land was ontvlucht. Die moeder had geen familie en aangezien het een vrij hecht buurtje was hebben we haar geholpen. We hebben geld bijeen gelegd voor huisraad, een tv. In het begin ging het goed, maar toen begon ze te drinken en kregen we door dat ze haar kind, Fleur die toen net zes was, inzette voor huishoudelijke taken. Kijk; Marieke maakt ook al sinds ze vijf is haar eigen kamer schoon en sinds haar zevende helpt ze met het stofzuigen en dat soort kleine dingen. Maar Fleur werd gewoon gedwongen om te koken. Een meisje van zes achter een gloeiend fornuis? We hebben geprobeerd met haar te praten, maar daar wilde ze niets van weten, ze had het erover dat ze geleerd had dat kinderen er voor de ouders waren. Maar omdat Fleur altijd thuis moest zijn voor het huishouden had ze ook geen vriendinnetjes. Een jaar later ben ik verhuisd en ben ik Fleur uit het oog verloren.’
‘Was ze toen ook al zo... dik?’ Vroeg Ellen die wist dat Fleur een hekel eraan had als ze zo genoemd werd.
‘Ja.’ Knikte de vrouw. ‘Ja, dat is gekomen toen ze moest koken. Ze werkte altijd alle restjes weg. Haar moeder hield haar toch niet in de gaten dus Fleur had daarin vrij spel.’
Een man doemde achter de vrouw op en keek Ellen welwillend aan tot hij zich tot de moeder van Marieke richtte.
‘Schat, zullen we naar huis gaan? Anders zit Marieke alleen.’
‘Is goed.’ De vrouw stak haar hand uit naar Ellen. ‘Het beste, en geloof mij. Volgens mij staat iedereen achter je.’





Copyright © www.oops.nl
----oops.nl----
Home
Sexverhalen
Hetero
Eerste keer
Homo
Lesbisch
Plassex
Tieners
SM
Groepsex
Overspel
Familie
Bisex
Overige
Partners